Heenreis met overnachting in Lisieux. Om de heenreis niet uitsluitend als een jakkerende activiteit te laten uitvallen hebben we die over 2 dagen uitgesmeerd. Dat heeft het voordeel dat je 2 dagen relaxed kan doen....
Bij Antwerpen is het natuurlijk altijd druk, maar als je je houdt aan het principe "go with the flow" komt het allemaal op z'n pootjes terecht. Ook de voorspelde vertraging aan de Franse grens viel ontzettend mee, vooral omdat we aan het begin van die file een alternatieve route kregen aangeboden, inclusief een stukje lokaal verkeer.
Vlak voor het begin van de tolweg afgeslagen en via St Pol sur Ternoise en Hesdin naar Abbeville gereden. Daar een Intermarche bezocht en daarna de eerste Frans kaas genuttigd.
Via Rouén in Lisieux terecht gekomen. Daar was het even zoeken naar de straat van het hotel, maar ook dat is allemaal goed gekomen.
Zaterdag 14 mei
Door naar Bretagne
Vroeg in de avond de weg afgelopen en de kust bleek nog dichterbij dan vermoed. Onderweg enkele leuke waarnemingen gedaan.
Als je er zelf niet uitkomt kan je een beroep doen op anderen via een forum van waarneming.nl
Zo kwam ik er dus achter dat hierboven Scrophularia peregrina afgebeeld staat en hieronder Echium pininana, een soort die in het wild eigenlijk alleen op de La Palma (Canarische Eilanden) voorkomt. De plant werd druk bezocht door hommels waaronder een opvallende en voor ons onbekende soort: Bombus pascuorum en dan een lichte uitvoering qua kleur.
.
Zondag 15 mei
Terwijl Nederland de koudste Pinksterdagen sinds mensenheugenis te verduren had maakten wij onze eerste fietstocht... in het zonnetje.
Zo'n beetje de randen van het gebied tussen de estuaria van Le Trieux en Le Jaudy verkend. Van Sillon de Talbert via het buitengebied van Pleubian naar Port Béni, waar je je auto van de kade kunt rijden én een fraai uitzicht over het estuarium van Le Jaudy. Verder via Kerbors richting Trédarzec en vandaar naar door naar Pouldouran, gelegen aan een uitloper van het estuarium. Voor een eerste tocht leek ons dit een mooi punt om min of meer huiswaarts te keren.
Via de D33, best een lullig weggetje ondanks die "officiële" kwalificatie, ging het naar Pleudaniel. Grote verbazing in eerste instantie toen we op de Bretonse markt uitkwamen, net als vorig jaar; maar waarschijnlijk wordt die altijd op 1e Pinksterdag gehouden.
Wederom overal de zwart-witte Bretonse vlag en kraampjes met geitenkaasjes, schiemanswerk, sieraden met medicinale werking en of uit schelpen verwaardigd. Meestal met daarachter een man met het overgebleven grijze haar in een paardenstaart en daarvoor weinig kijkers. Het levendigst was het nog bij het stalletje met tuinplanten en stekjes.
Hoogtepunt was ook dit maal de groep Bretonse muzikanten.
Vanaf de Bretonse markt waren we eigenlijk verrassend snel thuis via Pleumeur-Gautier en Saint Adrien. Alles bij elkaar een tocht van ruim 40 km met een klein rood streepje op de bovenbenen.
Maandag 16 mei
Naar de Sillon de Talbert, een opvallend geomorfologisch fenomeen.
Het is een schoorwal van zo'n 6m hoogte, volledig opgebouwd uit zand en grote stenen, wat ze hier gallets noemen, bolletjes dus. Sommige zien er uit als gespikkelde eieren van struisvogels. Het lijkt een beetje een maanlandschap met mooie door de branding opgeworpen "bermen".
Volgens de lokale legende zag Koning Arthur tijdens een rit te paard de fee Morgane haar lange haren kammen; in de zon op het eiland Talbert. Ze werden meteen verliefd op elkaar. Om elkaar te kunnen ontmoeten gooide Morgane steentjes in de zee, waardoor zich deze wal als verbinding vormde.
Het is wat schelpen betreft niet heel boeiend, wellicht speelt hierin mee dat alleen de zeezijde toegankelijk was in verband met het broedseizoen.
Uiteraard in de duinvegetatie massaal Cernuella spec terwijl dit voor de getijdenzone voor Patella en Gibbula geldt. Eigenlijk was de topper van de dag een wier met daarop eikapsels van Nassaria.
Verder een vers doublet van Dosina exoleta verzameld. Volgens mij is het gebied interessanter voor wieren, vermoedelijk raakt een liefhebber van algen hier niet snel uitgekeken, maar daar ben ik niet zo in thuis; ik houd het dus maar op groen- rood en bruinwieren. Op de foto's een stukje Halidrys siliquosa (in het Nederlands hauwwier) en Saccorhiza polyschides (in het Engels Furbellow). En nu we toch in de flora terecht komen, er stonden fraaie exemplaren van Chou marin, (wat bij ons zeekool genoemd wordt) op het laatste hoge punt.
Dinsdag 17 mei
Bréhec bezocht omdat dit vorig jaar mooi rijk gruis opgeleverd had én het gewoon een heel leuk plekje is te midden van de falaises.
Aan de zuidoost kant wat gruis verzameld dat zich daar rond de grote stenen afzet. Het was nog best lastig om het vrij van zeesla in een bakje te doen, maar uiteindelijk is dat gelukt.
Woensdag 18 mei
Regen, dus rustig aangedaan en gelezen
In de middag een wandeling gemaakt naar Île Caolen. Dat is tijdens hoog water een eiland terwijl het bij laag water makkelijk te bereiken is. Op de zuidwest staan de overblijfselen van een megalitisch grafmonument. Er loopt een pad rond de top en al wandelend krijg je een idee van de uitbundige flora: veel blaassilene, de fel oranje guichelheil, wilde hyacint, een diep paarse heidesoort en snel opschietende adelaarsvaren.
Aan de noordkant heeft zich onder invloed van de zee een steilrand ontwikkeld waarin een lössafzetting uit het Weichselien te zien is.
Donderdag 19 mei
Vandaag een fietstocht gemaakt van zo'n 75 km. Gewoon een vaag idee van waar we heen zouden kunnen gaan en onderweg besloten wat we er van zouden maken.
Het mooie van fietsen in deze omgeving is dat er interessante uitdagingen liggen qua reliëf in combinatie met leuke dorpjes en uitgestrekte velden. Dat gevoegd bij de rust van deze regio maakt het een genot hier te (mogen) fietsen.
Vrijdag 20 mei
Het was weer tijd voor de inkopen voor meerdere dagen en daarvoor hebben we ons gericht op Paimpol. Dan konden we gelijk bij een bouwmarkt of tuincentrum kijken naar haardhout en een kleine bijl.
Tja, doe je rustig aan en let je niet echt op de klok, blijkt bij aankomst bij de bouwmarkt om enkele minuten na 12 dat ze tot 14:00 pauze houden. Dat is dus gewoon 2 uur!
Zaterdag 21 mei
Naar wat strandjes ten westen van de Sillon de Talbert geweest.
Daar bij verrassing wat koffieboontjes gevonden.
Zondag 22 mei
Fietstocht van totaal 56 km gemaakt over Lézardreux naar Pontrieux en dan weer noordwaarts.
Maandag 23 mei
Een bezoek aan Île de Bréhat stond gepland en daarom bij hoge uitzondering de wekker gezet zodat we de boot van half 11 zouden halen, of anders die van 11 uur. Een van de makkelijke kanten van Frankrijk is dat je bij zo'n toeristisch punt gewoon gratis kunt parkeren, of wordt dit nu weer ingegeven door Hollandse zunigheid? Soit, zoals ze hier zeggen.
Kaartjes moet je wel contant betalen, maar als je je voorbereid hebt weet je dat soort zaken gewoon. Dan ga je ook niet, zoals vorigjaar, op de fiets om er bij het vertrekpunt achter te komen dat er alleen 's morgens, onchristelijk vroeg een mogelijkheid is met de fiets overgezet te worden.
Aan de noordoost kant; vonden we zo maar uit het niets mooi horentjesgruis met prachtige tolhorens, muizenkeutels, althans voor het ongewapend oog leek het daar sterk op en dekselhorens in zodanige hoeveelheden dat er een roze gloed vanuit ging. Ja, daar ga je voor op de knieën
De vuurtoren stond op het puntje en bood een mooi zicht op de onstuimige zee rond de rotsen
Dinsdag 24 mei
Opnieuw Bréhec bezocht, nu bij afgaand tij.
Wederom leuke vondsten. Bijzonder blij met Solen marginatus, die ik alleen als Eemfossiel kende van Terschelling, Lutraria oblonga (eindelijk een andere otterschelp!), de doubletten van Acanthocardia tuberculata en Anomia ephippium (mooie verse kleur) en Pholas dactylus.
En verder een raar bolletje, waarschijnlijk de "gevulde" versie van de soort van theezakjes die ik eerder op de diverse stranden had gezien. Via de Facebook pagina van Anemoon kwam ik er achter dat dit een crimineel is, namelijk de Oesterdief, Colpomenia peregrina uit de groep van de Bruinwieren. En eentje die thuishoort in het rijtje Kiekendief, Visdief en Wespendief
Later in de middag op bezoek geweest bij de buitengewoon aardige mensen waar we vorig jaar de gite huurden.
Woensdag 25 mei
Weinig gedaan behalve in de zon gelezen en koffie gedronken.
Vrij laat pas toch op de fiets gestapt op naar Tréguier. Lekker met een windje in de rug en het ging allemaal prima tot ik net in het stadje van de weg het lage randje op wilde, nog even achterom keek of Hannie me volgde ... en vervolgens met mijn gezicht op het lokale asfalt belandde. Schaaf wonden op armen en benen, een geschonden aangezicht en 2 voortanden boven die uit het gelid.
Gelukkig waren er bijzonder aardige mensen die ons hebben geholpen. Na het stallen van de fietsen bij een hotel werd ik eerst naar het plaatselijk hospitaal gebracht; dat bleek dus een geriatrische instelling. De dienstdoende arts wist duidelijk niet goed wat ze met zo'n buitenlander aan moest en vond me uiteraard te jong voor opname. Daarom met een ambulance-taxi naar het ziekenhuis in Paimpol waar ze wel werk maakten van een en ander. In mijn bovenlip waren meerdere hechtingen nodig en ook de schaafwonden werden behandeld. Voor de voortanden ging het daarna per taxi naar een moderne kliniek in St. Brieux.
Donderdag 26 mei
Dieet van gepureerd voedsel en pijnstillers.
In de loop van de middag begonnen zich grote wolken te vormen, met de belofte aan meer. Dat kwam in de vroege avond de vorm van een knetterend onweer compleet met stortbui van zo'n 5 minuten.
Vrijdag 27 mei
Gezien de omstandigheden een dag eerder vertrokken zodat we de reis in 2 dagen konden doen. Voor het gemak maar hetzelfde hotel geboekt als op de heenreis; het was goed bevallen en was voorzien van een garage om de auto met fietsen achterop te stallen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten